Soundscapes en het belang van context
De door SoundAppraisal gehanteerde soundscape benadering benadrukt het belang van de gehele waarneming van geluid. In plaats van alleen te letten op de minimalisatie van lawaai of het aantal decibellen dat wordt geproduceerd, wordt er gekeken naar de gehele kwaliteit van een geluidsomgeving en hoe deze wordt ervaren door de luisteraar. Het gaat dus niet om de kwantiteit van geluid, maar de kwaliteit van de ervaring.
De ervaring van geluid vindt altijd plaats binnen een bepaalde context. De definitie van een een soundscape luidt dan ook: “een akoestische omgeving die wordt waargenomen of ervaren en begrepen door een persoon of groep in context”1. Maar wat is context? Context zijn de non-akoestische factoren die de waardering van een geluidsomgeving beïnvloeden. Het zijn namelijk niet alleen de fysische karakteristieken van geluid die onze waardering ervan bepalen. Denk bijvoorbeeld aan verschillende tijdstippen, plaatsen, sociale situaties of persoonlijke omstandigheden die beïnvloeden hoe we geluid om ons heen ervaren. Het gaat dus niet om de luidheid van het geluid, maar vooral om de betekenis die we aan geluid ontlenen. Dit is de holistische visie die de soundscape benadering vertegenwoordigt.
Hieronder worden een aantal verschillende contexten van geluidsbeleving besproken: de persoonlijke context, de culturele context en de politieke context. Deze laten zien dat de beleving van geluid wordt gevormd op verschillende niveaus en door talrijke invloeden.
1. De persoonlijke context
Smaken verschillen
Zo veel mensen, zo veel wensen. De een houdt van stadse reuring, de ander van landelijke rust. De een is heel gevoelig voor geluid en de ander weer veel minder. Persoonlijke smaak en interesses spelen een grote rol in de beleving van geluid; bijvoorbeeld, een vliegtuig enthousiast zal veel minder overlast ervaren door geluid van luchtvaart dan iemand die niet veel om vliegtuigen geeft, of er zelfs iets tegen heeft. Of, iemand die al z’n hele carriere gelukkig is met een baan als machinist, waardeert het geluid van treinen veel hoger dan iemand die nooit met de trein reist.
En niet alleen tussen mensen, maar ook binnen mensen bestaat er een grote verscheidenheid aan preferenties en behoeften. Hoe je je voelt en in welke situatie je verkeert bepaalt namelijk ook welke geluidsomgeving je waardeert. En zolang er aan je geluidsbehoefte kan worden voldoen is er weinig aan de hand, maar als dat niet kan is er sprake van hinder. Echter, omdat het niet werkbaar is om een geluidsomgeving af te stemmen op alle individuele behoeften en voorkeuren is het belangrijk dat een geluidsomgeving een grote variëteit biedt waarin elk individu kan vinden wat hij of zij nodig heeft om op korte en lange termijn functioneel en gezond te blijven. We weten namelijk dat een gezonde geluidsomgeving onmisbaar is voor een goede gezondheid en ook dat iemands gezondheid zelf een rol speelt in de waardering van geluid. Bijvoorbeeld, gevoeligheid voor geluid of de behoefte aan rust en stilte kan worden gelinkt aan factoren zoals gezondheid en welzijn, levensstijl of levensfase. Deze factoren kunnen ook (deel-)verklaring bieden voor meldingen van hinder.
De technologie van SoundAppraisal biedt inzicht in de opmaak van een geluidsomgeving en kan daaruit concluderen of het een gevarieerd geluidslandschap betreft, welke potentie het heeft om er een te worden en waar verbeterpunten zitten. Bijvoorbeeld, omgevingen waarin (te) veel ruis voorkomt, zoals door nabijgelegen drukke wegen of door aanwezigheid van ventilatiesystemen, bieden weinig variëteit omdat de geluidsruimte wordt gevuld met eentonig geluid. In zulke geluidsomgevingen is het dus noodzaak om aanpassingen te maken, of desnoods akoestisch hoogwaardige omgevingen te creëren in de buurt.
2. Culturele context: normen en waarden
Maatschappelijke beeldvorming
Een geluidsomgeving wordt ook beoordeeld op basis van de maatschappelijke betekenis van de geluiden te horen zijn. Deze maatschappelijke betekenissen van geluid komen voort uit persoonlijke en gedeelde normen en waarden, dus hetgeen we ‘belangrijk’ en ’normaal’ vinden, wat we gewend zijn en als wenselijk beschouwen.
“Een mens is een betekenisgever, geen decibelmeter” - Kirsten van den Bosch
Het belang van welzijn en gezondheid is bijvoorbeeld een van de meest prominente waarden die we binnen onze cultuur hebben en waar omheen weer heel veel andere normen en waarden zich hebben gevormd. Zo vinden we het ’normaal’ en ‘belangrijk’ dat we goed kunnen slapen en uitrusten, dat we beschikken over een bepaalde autonomie in ons denken en doen, dat we veilig kunnen wonen en leven zonder al te veel bedreigingen voor ons bestaan. Heersende normen en waarden, zij het in de vorm van wetten of ongeschreven regels en ideologieën, vormen voor een groot deel hoe we de wereld om ons heen beschouwen en willen vormgeven. Het zijn dan ook deze gedeelde normen en waarden die onze geluidsbeleving sterk beïnvloeden.
Bron: Bröer, C. (2002, September). Sound, meaning and politics. In The Social Construction of Aircraft Noise Annoyance. Forum Acusticum, Seville.
Een goed voorbeeld die dit mechanisme van maatschappelijke betekenisgeving en geluidswaardering weergeeft, is het geluid van scooters. In een onderzoek van het RIVM2uit 2013 komt naar voren dat het geluid van scooters met een verbrandingsmotor niet alleen hinderlijk wordt gevonden door de akoestische eigenschappen - zoals luidheid en ruwheid van het geluid - maar dat ook de culturele betekenis van de scooter en zijn berijder meeweegt in het oordeel. De scooter is namelijk een relatief gevaarlijk vervoersmiddel, die ook nog eens vaak wordt gebruikt door jongeren, een groep die relatief vaak roekeloos rijgedrag vertoont. Scooters passen ook bij het beeld van ‘hangjongeren’, die tevens met overlast en vandalisme worden geassocieerd. Daarnaast zorgt een scooter voor veel luchtverontreiniging en kan het stankoverlast veroorzaken. Het geluid van scooters wordt daarom vaak direct geassocieerd met een accumulatie van negatieve kenmerken zoals roekeloos rijgedrag door een bepaalde groep, luidruchtigheid, milieuvervuiling, stankoverlast en zelfs vandalisme. Deze associaties staan haaks op de gedeelde normen en waarden van veel mensen. De beleving van scootergeluid is dus lang niet alleen bepaald door het geluid zelf, maar alle maatschappelijke beeldvorming daaromheen. Het geluid van een scooter is dus niet alleen ‘hard’, maar ook kan ook als ‘asociaal’, ‘dreigend’ of ‘onveilig’ worden ervaren.
“When aircraft sound is a symbol of progress and status, we will, at least occasionally, listen with pleasure. If the same sound dose is viewed as pollution, we will try to avoid it.” (Broër, C. 2002).
Kortom, de fysieke geluiden van een geluidsbron worden gekoppeld aan een maatschappelijke beeldvorming en betekenisgeving. Bij geluidshinder moet er dus ook gekeken worden naar de culturele en maatschappelijke context van het geluid in kwestie. In het geval van hinder kan er veel meer aan de hand zijn dan alleen geluidsoverlast. Wellicht ligt een oplossing niet in enkel in akoestische aanpassingen, maar kan het probleem ook op een andere manier benoemd en benaderd worden. Een vraag die gesteld kan worden is: ‘spelen maatschappelijke of politieke aspecten rondom het geluid een rol in de beleving en eventuele hinder, en hoe?’
3. Politieke context
invloed van wetten en beleid
De waarde van gezondheid en welzijn loopt als een rode draad door onze cultuur en de manier waarop we samenleven. Een land en haar instituten worden namelijk in hun beginsel ingericht met het (soms impliciete) doel het welzijn van haar burgers te beschermen en te vergroten. Het is immers vastgelegd in de Nederlandse Grondwet dat de overheid maatregelen moet treffen ter bevordering van de volksgezondheid. Zo vinden we het bijvoorbeeld belangrijk dat patiënten in ziekenhuizen kunnen herstellen in een gezonde omgeving, of dat kinderen goed kunnen leren op school. Om deze waarden te dienen zijn wetten en regels opgesteld om een gezonde herstel- of leeromgeving te waarborgen. Zo zijn er nog tal van andere voorbeelden te noemen die de waarde van gezondheid en welzijn weerspiegelen in het domein van geluidwetten.
“So the hidden central issue in world risk society is how to feign control over the uncontrollable - in politics, law, science, technology, economy and everyday life” - Ulrich Beck (2002) [^Beck, 2002]
Echter, deze regels en wetten proberen een risico op geluidsoverlast zo klein mogelijk te maken door geluidsnormen vast te stellen, terwijl het risico op hinder lang niet altijd controleerbaar en kwantificeerbaar is. Wat voor geluidsoverlast zorgt is namelijk zo context-gebonden en multidimensionaal dat het met geluidsnormen alleen niet te verhelpen of vermijden valt. Het is immers zo dat zelfs binnen de geldende geluidsnormen in Nederland, nog steeds 10 tot 15 procent van de bevolking ernstige geluidshinder ondervindt. Om deze reden volgt de soundscape benadering een andere logica, een die niet alleen kijkt naar het minimaliseren van lawaai, maar naar de mogelijkheden die geluid kan bieden voor de waarnemer.
Dit heeft ook te maken met de relatie tussen geluidswaardering en politiek ‘discourse’, ofwel de manier waarop er over geluid gesproken wordt. Denk bijvoorbeeld aan de problematisering van voertuigen met een verbrandingsmotor door politieke bewegingen met een duurzaamheidsmissie. Dan is niet alleen het geluid van een scooter het probleem, maar hetgeen waar dat geluid voor staat: een ‘vervuilend’ en ‘onverantwoord’ voertuigmiddel. Scooters maken geen ‘geluid’, maar ’lawaai’ en de bestuurders zijn geen ‘mensen’, maar ‘verkeershufters’. De maatschappelijke beeldvorming rondom scootergeluid wordt dan beïnvloed door de gekleurde taal die wordt gebruikt om het geluid en de geluidsbron te beschrijven. Deze wordt vervolgens geïnternaliseerd als de status quo en vermengt zich met de individuele beleving.
Dit werkt hetzelfde met beleid. De manier waarop er wordt omgegaan met een ‘probleem’ en hoe deze wordt gedefinieerd en aangepakt, bepaalt voor een deel ook hoe mensen over het ‘probleem’ praten, hoe zij er mee omgaan en hoe zij het ervaren. “If policy treats a situation as problematic, people will experience the situation as problematic” [^Bröer, 2008]. Met andere woorden, taal rondom beleid wordt geïnternaliseerd door het individu waardoor de geluidservaring als ’natuurlijk’ wordt ervaren, als een onveranderlijk gegeven. Voor een goed geluidsbeleid is het dus belangrijk dat er niet alleen wordt gesproken over ’lawaai’, zoals dat nu voornamelijk gebeurt, maar over ‘geluid’. Het dominante discourse van ’lawaai’ heeft een negatieve invloed op de manier waarop mensen denken over geluid en het vervolgens ervaren. Lawaai is iets dat verbannen of geminimaliseerd moet worden met strenge geluidsnormen. ‘Geluid’ daarentegen biedt mogelijkheden voor interpretatie en ervaring. Goed beleid biedt de mogelijkheid om geluid een positieve invulling te geven; het vergroot de akoestische autonomie.